RAADSVRAAG
Nr: SV23-031
Datum: 20 maart 2023
Vraag art. 38
Indiener: Jeffrey Groen, Leefbaar Krimpenerwaard & Bart van Ree, PVDA-GroenLinks
Onderwerp: Belangen van huurders
Toelichting:
Onze fracties hebben enkele signalen ontvangen die naar onze mening de belangen van
Krimpenerwaardse huurders aangaan. Het eerste signaal betreft de prestatieafspraken met de
woningbouwcorporaties. De vorige prestatieafspraken liepen t/m 2022. Tijdens één van de afgelopen
buiten-BOB bijeenkomsten over ‘wonen’ kwam zijdelings voorbij dat er nieuwe prestatieafspraken nodig
zijn en de raad een kaderstellende rol krijgt. Tegelijkertijd bereiken ons signalen die menen dat de
huidige prestatieafspraken worden verlengd of al zijn verlengd. Hier willen we opheldering over.
Het tweede signaal betreft de bemensing in de huurdersorganisaties. Wij vinden conform de wet dat
louter huurders plaats mogen nemen in het bestuur van een huurdersorganisatie. Daarom verbaast het
ons dat (de schijn wordt gewekt dat) bepaalde bestuurders van huurdersorganisaties geen huurders
(meer) zijn, maar wel een bestuursfunctie bekleden. Wanneer een huurdersorganisatie namens haar
huurders een rechtsgang inzet en dit zo blijkt, dan kan dat schadelijk zijn voor de huurders. Verder heeft een koper altijd meer afstand tot de dagelijkse praktijk van het huurder zijn dan iemand die daadwerkelijk zelf huurt.
Vragen:
1. Wat is de stand van zaken van de (nieuwe) prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties
én huurdersorganisaties?
2. Wij willen dat de raad een kaderstellende rol krijgt in het proces ‘nieuwe prestatieafspraken’,
wanneer wil het college dit behandelen met de raads- en commissieleden?
3. Is het college bekend met de signalen dat sommige bestuurders van huurdersorganisaties in
onze gemeente geen huurder zijn?
4. Zo ja (bij vraag 3), (a) heeft dit mogelijkerwijs consequenties voor de reeds gevormde fusies
van woningbouwcorporaties in de afgelopen jaren in de Krimpenerwaard? (Woningstichting
Gouderak & Mozaïek en Woningstichting de Samenwerking & QuaWonen) (b) Hoe zit dat bij
mogelijke fusies in de toekomst? (c) En zou het gevolgen kunnen hebben voor de reeds
ondertekende prestatieafspraken en inspraak van huurdersorganisaties bij de woonvisie?
5. Zo niet (bij vraag 3), wat is uw reactie op deze signalen?
6. Kan het college verifiëren dat alle bestuurders van de lokale huurdersorganisaties
daadwerkelijk huurders zijn?
7. Kan het college bevestigen dat het onwettig en schadelijk voor de belangen van de huurders
(bij bijvoorbeeld een rechtsgang) kan zijn als de bestuurders van huurdersorganisaties geen
huurder zijn?
