De zomer van 2022 zal de boeken in gaan als de zomer van de boze boeren. We hebben allemaal de trekkeroptochten, de protestborden en natuurlijk de blauw-wit-rode vlaggen gezien. En dat de boeren boos zijn is goed voor te stellen. De toekomst is onzeker, en er worden over de hoofden van de boeren plannen gemaakt die dan weer gunstig lijken maar vaak catastrofaal. Woordvoerders beloven dat het allemaal ongedaan kan worden gemaakt als er maar genoeg lawaai wordt gemaakt. Hoe onwaarschijnlijk dat ook is: voor velen lijkt dit de enige uitweg, want alternatieven worden nauwelijks geschetst.
Stikstof
De zomer van 2022 is voorlopig het laatste hoofdstuk in een decennialang durende ontwikkeling waarbij de boer in de vaart der volkeren is opgestuwd om groter, efficiënter en massaler te produceren, daarbij aangemoedigd door banken, overheden en de industrie eromheen die er graag aan meeverdient. Uiteindelijk is het uitgemond in een sector met een torenhoge stikstofuitstoot die funest is voor kwetsbare natuur. Jarenlang is er weggekeken maar uiteindelijk heeft ook de hoogste rechter onze overheid gedwongen hier iets aan te doen met als voorlopig laatste stand van zaken de Startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied met het beruchte stikstofkaartje, de gesprekken met stikstofbemiddelaar Remkes en het opstappen van minister Staghouwer.
Grenzen aan de groei
Kort samengevat; de tot het uiterste doorgevoerde groei van de sector zit ver over de maximale capaciteit van ons land. Met vereende krachten zijn wet en regelgeving zo ver mogelijk opgerekt om het zoveel mogelijk in stand te houden; zo heeft Nederland tot vandaag de dag een uitzonderingspositie in Europa als het gaat om de hoeveelheid mest die mag worden uitgereden maar lijkt Brussel hier een streep door te zetten. Onze stikstofuitstoot is de hoogste van Europa – en niet zonder gevolgen.
Uitstoot omlaag
Het zure is dat er de afgelopen decennia al veel is gedaan om de uitstoot omlaag te brengen. Auto’s werden schoner, fabrieken kregen strengere regels en ook de landbouwsector heeft grote stappen gezet. Maar genoeg is het nog altijd niet en daarom wordt er nu kritisch gekeken naar de veestapel. Minder vee in Nederland betekent minder uitstoot en meer ruimte voor natuurherstel. En dat niet alleen; ook andere noodzakelijke processen – woningbouw bijvoorbeeld – kunnen alleen plaatsvinden als er stikstofruimte ontstaat en mede daarom kampen we in Nederland met de grootste woningnood sinds de jaren 50.
Inkrimpen
Ondanks de in 2019 ingezette protesten die tijdens corona even op de achtergrond raakten en dit jaar in alle hevigheid weer toenamen, lijkt het onoverkomelijk dat de veesector zal moeten inkrimpen. Ook in de Krimpenerwaard. Of dat met kleine beetjes of met grote happen zal gebeuren zal afhangen van de bevindingen van stikstofbemiddelaar Remkes, maar dat deze maatregelen aan de boeren in de Krimpenerwaard voorbij zullen gaan kunnen we met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een utopie noemen.
Alsof er niets aan de hand is
Mede om die redenen is het vreemd dat we in deze gemeente door gaan met het landbouwbeleid alsof er niets aan de hand is. Boeren die hun bedrijf willen uitbreiden kunnen daar ook in 2022 nog steeds nieuwe en grotere stallen bouwen. Zo neemt de gemeenteraad op 13 september 2022 een besluit over een aanvraag voor het bouwen van een nieuwe stal waardoor een melkveehouder zijn bedrijf kan uitbreiden van 154 naar 322 stuks rundvee. De verwachting is dat de meerderheid van de raad in navolging van het college van B & W daar zonder mitsen en maren haar handtekening onder zet. De ‘oude’ regelgeving is immers nog steeds van kracht, en de gevolgen op de middellange termijn zijn voor een groot deel van de raadsfracties niet interessant. Wie dan leeft, wie dan zorgt. Tegelijkertijd stort het kaartenhuis steeds verder in elkaar. Deze week nog zette de Raad van State een streep door de natuurvergunning van wat we een emissiearme stal noemden, waardoor een makkelijke oplossing voor de crisis weer een stap verder weg kwam te staan.
Doodlopende weg
PvdA-GroenLinks kijkt hier met gefronste wenkbrauwen naar. Natuurlijk is het geen fijne boodschap om tegen een individuele ondernemer nee te moeten zeggen, maar als we met z’n allen weten dat stikstofreductie-maatregelen elk moment kunnen worden opgelegd, is het dan nog eerlijk om nu te zeggen; steek je maar in de schulden voor uitbreiding, terwijl we volgend jaar of het jaar daarna weer op het erf staan met de mededeling dat het bedrijf gehalveerd moet worden? Als je weet dat een ingeslagen weg doodlopend is, blijf je dan net zolang lopen tot je niet meer verder kan, wetend dat de weg terug steeds langer wordt? Of als je vanaf morgen 10 kilo moet afvallen, maak je er dan vandaag snel nog even 11 van?
Toekomstbestendig
Verstandiger zou het zijn om vanaf nu actief met elkaar na te denken hoe we de klap straks kunnen opvangen. De strop ontwarren in plaats van onze nek er steeds dieper in te steken. De Krimpenerwaard, ons landschap, onze burgers zijn er bij gebaat dat we de agrarische sector zo veel mogelijk kunnen behouden, maar wel op een manier die ook volgend jaar en na 2030 nog steeds duurzaam en toekomstbestendig is. Vandaar onze oproep aan ons gemeentebestuur. Stop met het faciliteren van de groei van de veestapel in de Krimpenerwaard zolang de concrete stikstofplannen voor de Krimpenerwaard er nog niet zijn. Alleen zo voorkomen we dat niet alleen onze natuur, maar zeker ook onze boeren in nog grotere problemen komen.
Opkrabbelen
Laten we als boeren, bedrijven, burgers en bestuurders de kop niet langer in het zand steken maar met elkaar oplossingen proberen te bedenken waarbij de kwakkelende natuur weer op kan krabbelen, waarbij er weer woningen mogen worden gebouwd voor al die mensen op wachtlijsten, en waarbij onze boeren hun vak kunnen uitoefenen op een manier waar iedereen wel bij vaart. Dat vraagt om de hoognodige aanpassingen, zodat we de Krimpenerwaard met elkaar kunnen bewaren en doorgeven aan toekomstige generaties.
Sandro Kovačić
Bart van Ree
Fractie PvdA-GroenLinks gemeenteraad Krimpenerwaard