Door Redactie op 5 augustus 2015

Weidevogels in duikvlucht

Het gaat slecht met de meeste weidevogelsoorten in Nederland. Van veel soorten is het aantal sinds 1990 fors afgenomen. De grootste verliezers zijn de veldleeuwerik en de scholekster. Maar ook andere tot voor kort veel voorkomende weidevogelsoorten doen het slecht. Alleen de populatie kuifeenden nam toe.

Dat blijkt uit een analyse van de meest recente cijfers van de Nederlandse weidevogelstand door CBS en Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Kennen we de grutto straks alleen nog uit een boekje?

Kennen we de grutto straks alleen nog uit een boekje?

De populaties van grutto, scholekster, slobeend, veldleeuwerik en graspieper laten direct vanaf de jaren ‘90 een geleidelijke maar duidelijke daling zien. De gruttostand is sinds die tijd meer dan gehalveerd (een achteruitgang van 58%). Scholekster en veldleeuwerik zijn met 60 procent afgenomen. Van de kievit en gele kwikstaart blijven de populaties tot de eeuwwisseling nog op peil en de tureluur neemt in die periode zelfs wat toe. Maar ná de eeuwwisseling is ook bij deze soorten een daling te zien; het aantal kieviten is ten opzichte van 2000 met ruim 40% afgenomen, de gele kwikstaartpopulatie daalde in 14 jaar met 20%.

Schaalvergroting in de melkveehouderij
Het verdwijnen van weidevogels hangt samen met de schaalvergroting en intensivering in de landbouw. Enerzijds gaat het daarbij om directe verliezen van nesten en kuikens doordat bijvoorbeeld steeds vroeger en vaker gemaaid wordt. Maar ook indirect beïnvloedt de landbouw de weidevogelstand door de verschuiving van gevarieerde, vochtige, kruidenrijke hooilanden naar uniforme gedraineerde percelen met één of twee soorten gras, die makkelijker machinaal te bewerken zijn en een hogere grasproductie opleveren. Daardoor is er minder voedsel, dekking en rust voor weidevogels.
De schaalvergroting vindt al plaats sinds halverwege de vorige eeuw, maar gaat nog steeds door. Zo stopten in de periode 1990-2014 60 van de 100 melkveehouders met het houden van melkkoeien. Op de resterende, grotere bedrijven steeg het gemiddeld aantal melkkoeien van 40 naar 84, terwijl de melkproductie per koe ook nog toenam.
Door de uitbreiding van onder andere steden en de bijbehorende infrastructuur en de daarmee gepaard gaande toegenomen verstoring, is broedgebied van weidevogels verloren gegaan. In totaal verdween er sinds 1990 ruim 150 000 hectare grasland. Dat is een daling van ruim 14 procent.

weidevogelpopulatie545

Roofvijanden
Eieren en jonge weidevogels worden verslonden en gedood door roofdieren. Soorten als buizerd, hermelijn, bunzing, vos, kraaiachtigen, blauwe reiger, ooievaar, maar bijvoorbeeld ook egels, hebben – naast veel andere prooien en aas – ook weidevogels op het menu staan. Omdat sommige soorten roofdieren toenemen en andere afnemen valt niet te zeggen of de druk hiervan op de weidevogelstand veranderd is.
Weidevogels hebben een grotere kans te worden verschalkt door roofdieren als de beschutting door landbouwactiviteiten, zoals maaien, sterk wordt verlaagd.

Grote verliezen door natuurlijke vijanden zijn overigens een normaal verschijnsel bij weidevogels, en hoeven geen nadelige gevolgen te hebben voor de populaties.

(Bron: CBS, 5 augustus 2015

Eerdere berichten over dit onderwerp:
‘Bekijk het eens vanuit vogelperspectief’ (4 augustus 2015)
PvdA bezorgd over afname weidevogels in Krimpenerwaard (13 april 2015)
Het wordt stiller in de weilanden van de Krimpenerwaard (27 januari 2015)

Lees ook:
Weidevogel dreigt snel te verdwijnen (De Telegraaf, 6 augustus 2015)

Redactie

Redactie

De redactie beheert de content van deze website. Berichten die onder naam van de redactie worden gepubliceerd vertolken niet noodzakelijkerwijs de mening van de fractie- en de commissieleden.

Meer over Redactie