Versterking van lokaal vervoer

Bij de voorbespreking van het concept regionaal vervoersplan voor de regio Midden-Holland bleek duidelijk de spanning tussen het doorgaande auto- en openbaar vervoer en het lokale vervoer tussen kernen en voorzieningen. Behoud van leefbaarheid en levendigheid valt of staat met bereikbaarheid.

En met goed op elkaar afgestemd vervoer natuurlijk. Dat de bus wacht op een pont, en dat de buurtbus aansluit op de trein. Om maar wat voorbeelden te noemen.

In een recente bijeenkomst over het concept Regionaal Verkeer en Vervoerplan (RVVP) van de regio Midden-Holland bleek dat niet vanzelfsprekend. Een van de discussiepunten was of een gemeente actief zelf reizigersinformatie moet geven. Ik vind van wel.

De enige manier waarop mensen meer gebruik maken van openbaar vervoer is, als ze weten hoe ze makkelijk kunnen overstappen. En dan bedoel ik niet alleen van de bus op de trein, maar ook vanuit een buurthuis op een lokale Wmo-vervoersvorm.

De regio wil een vernieuwd RVVP opstellen, om zo de bijgestelde verkeersagenda te bepalen. Waar gaan we voor lobbyen, wat wordt de focus… Drie thema’s waren leidraad: vervoer in de regio moet concurrerend zijn, de regio moet leefbaar en veilig blijven, en we moeten een recreatieve en groene regio worden. Daaronder hangen 12 beleidsdoelen.

Het busstation van Gouda.

Natuurlijk zaten de voor de hand liggende thema’s in het concept beleidsplan. Doorstroming, vrachtvervoer, snelwegen… Maar enkele zaken vielen me op. Zo wil de regio meer en betere afstemming tussen brug en weg, om zo de doorstroming in de spits te vergroten. Ook voor ons bij de Algerabrug natuurlijk van belang!
En de regio wil minder knelpunten met zwaar en landbouwverkeer. Er loopt al een regionaal onderzoek naar het minimaliseren van de conflicten tussen landbouwverkeer en fietsers. Voor ons in de Krimpenerwaard direct van belang. Zowel gedrag, inrichting als educatie op scholen zijn thema’s die hierin betrokken worden.
Daarnaast wil de regio de nog ontbrekende schakels in recreatieve routes realiseren. Of, en zo ja welke, dit ook routes in de Krimpenerwaard betreft is mij nu nog onbekend.

Opvallend was ook dat 2 van de 12 beleidsdoelen gingen over lokale initiatieven. Zowel vanuit leefbaarheid als vanuit recreatie benoemt het RVVP het belang van lokale initiatieven als aanvulling op een regionaal netwerk.

Het is goed en logisch dat het belang hiervan wordt genoemd.
Het is echter wel gemakkelijk om dit naar de gemeenten te dirigeren, dat de regio gewoon stelt: ‘Zorg lokaal maar voor een goede dekking.’ Bij de afsluiting heb ik daar nog wel even een punt van gemaakt. Dat de aanwezige gemeenten zich wel moeten realiseren dat instandhouding van lokaal vervoer echt belangrijk is en een echt thema zou moeten worden.

Benieuwd of dat wordt opgepakt…

Marije Willems is lid van de gemeenteraad